Voor vaccinatieadviezen voor patiënten met een stamceltransplantatie wordt verwezen naar het revaccinatie schema van de LCI-RIVM handleiding ‘vaccinatie bij hematologische aandoeningen’(2).
Influenza/Covid-19, Pneumokokken, Herpes Zoster*, HPV*, Hepatitis B, Meningokokken B*, Meningokokken ACWY*, Varicella*, BMR (mazelen)*
* Op indicatie: zie tekst voor toelichting.
Influenza/Covid-19, Pneumokokken, Herpes Zoster, HPV*, Varicella*, BMR (mazelen)*
* Op indicatie: zie tekst voor toelichting.
Influenza/Covid-19, Pneumokokken, Herpes Zoster*, HPV*, Hepatitis B, Varicella*, BMR (mazelen)*, Hepatitis A#
* Op indicatie: zie tekst voor toelichting.
# Hepatitis A-vaccinatie wordt geadviseerd bij MSM (via het programma ‘Man tot Man’ van de GGD of via het HIV behandelcentrum)
Influenza/Covid-19, Pneumokokken, Herpes Zoster*, HPV*, Varicella*, BMR* (mazelen)
* Op indicatie: zie tekst voor toelichting.
Influenza/Covid-19, Pneumokokken#, Meningokokken B#, Meningokokken ACWY#, HPV*
* Op indicatie: zie tekst voor toelichting.
# In het geval van immuunglobulinesuppletietherapie wordt pneumokokken- en/of meningokokkenvaccinatie weinig zinvol geacht boven de relatieve bescherming die immunoglobulinesuppletie al biedt.
Influenza/Covid-19, Pneumokokken, Herpes Zoster, HPV*, Meningokokken B, Meningokokken ACWY
* Op indicatie: zie tekst voor toelichting.
Influenza/Covid-19, Pneumokokken, HPV*, Meningokokken B, Meningokokken ACWY, BMR (mazelen)*
* Op indicatie: zie tekst voor toelichting.
Influenza/Covid-19, Pneumokokken, HPV*, BMR (mazelen)*
* Op indicatie: zie tekst voor toelichting.
Naam influenzavaccin: Influvac tetra, Vaxigrip Tetra
Vaccinatieschema: elk najaar 1 vaccinatie. Uitvoering door de huisarts.
Voor het vaccinatieschema van Covid-19 vaccins wordt verwezen naar de handleiding ‘Covid-19 vaccinatie van immuungecompromitteerde patiënten’ van het LCI-RIVM (34).
Conjugaatvaccins: Prevenar13 (PCV13), Vaxneuvance (PCV15), Apexxnar (PCV20)
Polysacharidevaccin: Pneumovax23 (PPV23)
Vaccinatieschema:
Titercontrole: niet geïndiceerd
Toelichting op schema’s:
PCV15+PPV23 wordt gelijkwaardig geacht aan PCV13+PPV23, al dekt PCV15 9% meer van de circulerende serotypen die invasieve pneumokokkenziekte veroorzaken dan PCV13 dat doet. Beide worden vergoed via het geneesmiddelenvergoedingssysteem.
PCV20 kan als alternatief gebruikt worden voor PCV13+PPV23 of PCV15+PPV23 en heeft als voordeel dat er slechts 1 vaccin gegeven hoeft te worden(2). Het vaccin wordt (nog) niet vergoed via het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) maar kan wel binnen een OZP gegeven worden.
Programmatische pneumokokkenvaccinatie:
Volwassenen van 60 tot 80 jaar krijgen sinds 2020 een pneumokokkenvaccinatie met PPV23 (Pneumovax23) programmatisch aangeboden via de huisarts volgens het schema in onderstaande tabel.
In het najaar van: | Vanaf geboortedatum | Tot geboortedatum |
2020 | 1-1-1941 | 31-12-1947 |
2021 | 1-1-1948 | 31-12-1952 |
2022 | 1-1-1953 | 31-12-1956 |
2023 | 1-1-1957 | 31-12-1960 |
2024 | 1-1-1961 | 31-12-1964 |
*Toelichting indicatie: in principe komen alle immuungecompromitteerde patiënten in aanmerking voor een pneumokokkenvaccinatie. Voor patiënten met een ernstige antistof deficiëntie (CVID, XLA) kan het zijn dat vaccinatie niet zinvol is omdat er geen respons te verwachten is zodat er IgG suppletie gegeven wordt. Overleg hiervoor met de behandelend specialist van de patiënt.
Naam vaccin: Shingrix (recombinant zoster vaccin)
Vaccinatieschema:
Titercontrole: niet geïndiceerd
*Toelichting indicatie:
– Solide orgaan transplantaties: voor patiënten met een niertransplantatie wordt herpes zoster vaccinatie aanbevolen aan mensen ouder dan 50 jaar of bij gebruik van intensieve immuunsuppressie zoals hoge dosis prednison, alemtuzumab of ATG (4). Voor patiënten met een hart- of longtransplantatie wordt herpes zoster vaccinatie aanbevolen ongeacht de leeftijd.
– HIV: bij mensen met HIV wordt herpes zoster vaccinatie aanbevolen vooral aan mensen ouder dan 50 jaar, bij een CD4-getal < 200/mm3 of persisterend meetbaar hiv-RNA (41).
– Chronisch inflammatoire aandoeningen: Shingrix vaccinatie wordt geadviseerd voor personen > 50 jaar (27).
Jak-remmers
Het gebruik van JAK-remmers is sterk geassocieerd met een verhoogd risico op herpes zoster (34-36). Hoewel het gebruik van JAK remmers specifiek nog niet is opgenomen in richtlijnen als indicatie voor Shingrix is de werkgroep wel van mening dat hier een indicatie voor bestaat in afwachting van lopende studies naar de effectiviteit van Shingrix bij gebruik van JAK-remmers. Een eerste studie laat goede resultaten zien op basis van immunogeniciteits-data (37)
Eerder doorgemaakte herpes zoster
Een doorgemaakte herpes zoster infectie kan beschouwd worden als een uiting van een falend immuunsysteem. Er zijn weinig gegevens of het doormaken van herpes zoster in immuungecompromitteerde patiënten voldoende beschermt tegen een recidief herpes zoster. Studies laten zien dat immuungecompromitteerde patiënten een hoger risico hebben op recidief herpes zoster vergeleken met immuuncompetente patiënten (38, 39). Daarom adviseert de werkgroep om immuungecompromitteerde patiënten met een voorgeschiedenis van herpes zoster te vaccineren ongeacht de leeftijd.
Naam vaccin: Gardasil, Gardasil9, Cervarix.
Gardasil9 beschermt tegen de meeste HPV typen, namelijk 9 typen en heeft daarom de voorkeur. Alle drie de vaccins beschermen tegen de oncogene HPV typen. Het RVP maakt gebruik van Cervarix. Momenteel is een inhaalcampagne gaande voor mannen en vrouwen tot en met 26 jaar:
| Geboortejaartallen | |||||
Inhaal campagne 2022 | 2004 (enkel ♂♂) | 2006 | 2008 (enkel ♂♂) | 2009 | 2012 | |
Inhaal campagne 2023 | 2005 | 2007 | 2010 | 2011 | 2013 | 1996 tot en met 2003 |
Vaccinatieschema voor alle HPV-vaccins:
Titercontrole: niet geïndiceerd
*Toelichting indicatie: HPV-vaccinatie zit sinds 2010 in het RVP. Voor alle immuungecompromitteerde volwassenen < 26 jaar die nog geen HPV-vaccinatie hebben gehad wordt vaccinatie geadviseerd conform het advies voor de algemene bevolking. Dit is extra relevant voor vrouwen met SLE of IBD omdat zij, ook zonder gebruik van immuunsuppressiva, een hoger risico hebben op een ernstiger beloop van een HPV-infectie met een verhoogd risico op cervicale dysplasie(25).
Naam vaccin: Engerix 20ug HBsAg/ml, HBVAXPRO 10, 20 of 40 ug HbsAg/ml, Fendrix 20ug HbsAg/0,5ml.
Vaccinatieschema:
Patiënten die een niertransplantatie zullen ondergaan worden bij voorkeur gevaccineerd met 4 doses Fendrix 20ug HBsAg/0,5 ml of 4 doses HBVAXPRO 40ug HbsAg/ml (maand 0, 1, 2 en 6).
Bij patiënten met HIV wordt gevaccineerd met een dubbele dosis van het hepatitis B vaccin: Engerix 40ug (2 vaccins van 20ug toedienen) of HBVAXPRO 20ug (maand 0, 1 en 6).
Titercontrole: 4-8 weken na de laatste dosis. Indien anti-HBs ≤ 10 IU/ml is: revaccineer met 3 doses van hetzelfde vaccin met telkens één maand ertussen en controleer opnieuw de titer. Indien de patiënt in het verleden is gevaccineerd volstaat 1 booster met een titercontrole. Indien de anti-HBs titer opnieuw < 10mIU/ml is, is de patiënt een non responder(13). Zie voor meer informatie over het beleid voor patiënten die non responsief zijn, de richtlijn Hepatitis B van het LCI-RIVM.
NB: voor personen die werkzaam zijn in de gezondheidszorg en risicovormers zijn, wordt een titer van ≥ 100 IE/l aangehouden, waarop het boosterbeleid dan ook moet worden afgestemd. Zie de Landelijke richtlijn preventie transmissie van hepatitis B van medisch personeel naar patiënten.
*Toelichting indicatie: voor patiënten met een solide orgaantransplantatie, patiënten met HIV en na stamceltransplantatie wordt hepatitis B vaccinatie geadviseerd. Voor de overige immuungecompromitteerde patiënten wordt hepatitis B vaccinatie geadviseerd voor risicogroepen, bepaalde beroepsgroepen en o.b.v. reisbestemming. Zie hepatitis B richtlijn lci.rivm.
Naam vaccin: Bexsero of Trumenba
Vaccinatieschema
Titercontrole: niet geïndiceerd
*Toelichting indicatie: aan patiënten die een niertransplantatie krijgen wordt meningokokkenvaccinatie geadviseerd wanneer zij mogelijk Eculizumab gaan gebruiken in de toekomst (patiënten met een voorgeschiedenis van aHUS). Voor patiënten die een long- of harttransplantatie zullen ondergaan is er geen indicatie voor meningokokkenvaccinatie.
Naam vaccin: Nimenrix of Menveo
Vaccinatieschema:
NB: voor het vaccinatieschema i.h.k.v. asplenie wordt verwezen naar de richtlijn asplenie van het lci.rivm.
Titercontrole: niet geïndiceerd
*Toelichting indicatie: aan patiënten die een niertransplantatie krijgen wordt meningokokkenvaccinatie geadviseerd wanneer zij mogelijk Eculizumab gaan gebruiken in de toekomst (patiënten met een voorgeschiedenis van aHUS). Voor patiënten die een long- of harttransplantatie zullen ondergaan is er geen indicatie voor meningokokkenvaccinatie.
Naam vaccin: Provarivax
Vaccinatieschema:
Titercontrole: niet geïndiceerd
Toelichting indicatie: varicellavaccinatie is geïndiceerd bij de volgende patiëntengroepen:
Let op: Provarivax is een levend verzwakt vaccin en kan dus niet gegeven worden als iemand al immuungecompromitteerd is of binnen 4 weken gaat starten met immuunsuppressiva. Tevens gecontra-indiceerd tijdens zwangerschap of lactatie.
Indien patiënt geen Provarivax kan ontvangen is vaccinatie met recombinant zoster vaccin (RZV) een optie (Shingrix). Dit is een vaccin tegen herpes zoster en met name onderzocht in VZV positieve patiënten. Er is echter 1 studie die de veiligheid en immunogeniciteit van RZV heeft onderzocht in 23 seronegatieve personen die een solide orgaan transplantatie hebben ondergaan. RZV werd veilig geacht en er werd een goede antistofrespons gezien bij 11 van de 20 personen (55%)(29). Indien Provarivax niet gegeven kan worden vanwege potentiele bijwerkingen wordt geadviseerd te vaccineren met Shingrix i.p.v. Provarivax en de VZV antistoffen te bepalen vanaf 4 weken na de tweede vaccinatie.
Indien vaccinatie niet mogelijk is of wanneer er sprake is van een negatieve antistoftiter na vaccinatie met recombinant zoster vaccin: geef voorlichting aan de patiënt over postexpositieprofylaxe.
Naam vaccin: MMRVaxPro
Vaccinatieschema:
Titercontrole: niet geïndiceerd
Toelichting indicatie: eenmalig bij patiënten die niet beschermd zijn tegen mazelen (niet gevaccineerd / geen mazelen doorgemaakt).
NB: Voor mensen werkzaam in de gezondheidszorg zijn aparte aanbevelingen geformuleerd en adviseert men 2 vaccindoses toe te dienen wanneer de patiënt niet eerder mazelen heeft doorgemaakt of de vaccinaties aan te vullen tot 2 vaccinaties indien patiënt eerder maar 1 vaccinatie heeft gehad via het RVP. Zie de LCI.RIVM richtlijn ‘Bescherming tegen mazelen in de gezondheidszorg’.
Let op: het BMR vaccin is een levend verzwakt vaccin en kan dus niet gegeven worden als iemand al immuungecompromitteerd is of binnen 4 weken gaat starten met immuunsuppressiva. Tevens (relatief) gecontra-indiceerd tijdens zwangerschap of lactatie (zie consult).
Indien vaccinatie niet mogelijk is: geef voorlichting aan de patiënt over postexpositieprofylaxe.
De reisvaccins tegen gele koorts en hepatitis A worden i.v.m. veiligheid respectievelijk effectiviteit bij voorkeur gegeven voordat een patiënt immuungecompromitteerd is. Check daarom voor start van immuunsuppressiva of een gele koorts of hepatitis A vaccinatie noodzakelijk is i.v.m. toekomstige reiswensen.
Gele koorts vaccinatie
Naam vaccin: Stamaril
Vaccinatieschema: 1 dosis van 0,5ml. Let op: dit vaccin mag enkel toegediend worden door geregistreerde gele koorts vaccinatiecentra.
Indicatie: (toekomstige) reiswens naar landen waar een gele koorts vaccinatie nodig is. De bescherming is levenslang tenzij de patiënt een allogene stamceltransplantatie zal ondergaan.
Let op: Stamaril is een levend verzwakt vaccin en kan dus niet gegeven worden als iemand al immuungecompromitteerd is of binnen 4 weken gaat starten met immuunsuppressiva. Tevens relatief gecontra-indiceerd tijdens zwangerschap of lactatie (zie consult).
Hepatitis A vaccinatie:
Naam vaccins: Havrix, Avaxim en Vaqta
De herhaling van de eerste vaccinatie wordt bij voorkeur tussen de 6 en 12 maanden gegeven, echter wanneer deze herhaling later plaatsvindt volstaat 1 vaccinatie en is het niet noodzakelijk om de vaccinatieserie opnieuw te starten(12).
Let op: indien patiënt al immuungecompromitteerd is wordt een ander schema aangehouden. Zie hieronder.
Titercontrole: niet geïndiceerd wanneer een patiënt gevaccineerd is vóórdat hij immuungecompromitteerd is. Wanneer een patiënt gevaccineerd wordt terwijl hij al immuungecompromitteerd is, dient een titercontrole verricht te worden 1 maand na de laatste dosis. Wanneer vanwege tijdgebrek een titercontrole na afronding van het vaccinatieschema niet haalbaar is, kan een titercontrole gedaan worden na de tweede vaccinatie.
Indien er, na afronding van het vaccinatieschema, geen antistoffen zijn kan een boostervaccinatie gegeven worden. Bij onvoldoende tijd is passieve immunisatie, door toediening van immuunglobulines, geïndiceerd.
Beschermingsduur van doses immunoglobuline naar gewicht (12)
Lichaamsgewicht | Minimale beschermingsduur (tussen haakjes alternatief aantal ml als geen voorgevulde spuiten worden gebruikt). | ||
4 weken | 6 weken | 13 weken | |
Volwassenen | 0.02 ml/kg | 0.03 ml/kg | 0.06 ml/kg |
25 – 50 kg | 1 ml | 2 ml | 4 ml (3 ml) |
50 – 80 kg | 2 ml | 4 ml (3 ml) | 5 ml |
80 – 100 kg | 2 ml | 4 ml (3 ml) | 5 ml |
> 100 kg | 4 ml (3 ml) | 4 ml | Actieve immunisatie |
Indicatie: (toekomstige) reiswens naar landen waar een hepatitis A vaccinatie nodig is.
Vaccinatie tijdens immuunsuppressie
Hepatitis A vaccinatie is mogelijk minder effectief ten tijde van immuunsuppressiva.
Derhalve wordt een extra vaccinatie met titercontrole aanbevolen. Het schema wordt dan 2 doses voor de reis met een minimaal interval van 4 weken en een boostervaccinatie na minimaal 6 maanden.