Screeningsadviezen: LTBI, Hepatitis B, Hepatitis C, HIV, Mazelen*, VZV, CMV, EBV, Lues, Toxoplasma, HSV, Strongyloides*, Ziekte van Chagas*, HTLV*, Hepatitis A*
* Op indicatie: zie tekst voor toelichting
Betrouwbaarheid serologisch onderzoek
Bij ernstig immuungecompromitteerde patiënten (bv. kort na stamcel-/orgaantransplantatie of intensieve chemotherapie waarvoor opname) is serologisch onderzoek veelal niet betrouwbaar als diagnosticum voor virale infecties die na start van de therapie zijn opgelopen en is PCR diagnostiek (virus RNA/DNA) aangewezen.
Screeningsadviezen: LTBI, Hepatitis B, Hepatitis C, HIV, Mazelen*, VZV, CMV, EBV, Lues, Toxoplasma (indien hart/longtx), HSV (indien hart/longtx), Strongyloides*, Ziekte van Chagas*, HTLV*, Hepatitis A*
* Op indicatie: zie tekst voor toelichting
Betrouwbaarheid serologisch onderzoek
Bij ernstig immuungecompromitteerde patiënten (bv. kort na stamcel-/orgaantransplantatie) is serologisch onderzoek veelal niet betrouwbaar als diagnosticum voor virale infecties die na start van de therapie zijn opgelopen en is PCR diagnostiek (virus RNA/DNA) aangewezen.
Screeningsadviezen: LTBI*, Hepatitis B, Hepatitis C, HIV, Mazelen*, VZV*, Strongyloides*, Hepatitis A*
* Op indicatie: zie tekst voor toelichting
Afkorting: TKI’s: tyrosine kinase inhibitors
Betrouwbaarheid serologisch onderzoek
Ten tijde van B-cel depleterende therapie of bij ernstig immuungecompromitteerde patiënten (kort na stamcel-/orgaantransplantatie of intensieve chemotherapie waarvoor opname) is serologisch onderzoek veelal niet betrouwbaar als diagnosticum voor virale infecties die na start van de therapie zijn opgelopen en is PCR diagnostiek (virus RNA/DNA) aangewezen.
LTBI*, Hepatitis B, Hepatitis C, Mazelen*, VZV*, CMV, Lues, Toxoplasma, Strongyloides*, Hepatitis A*
* Op indicatie: zie tekst voor toelichting
LTBI*, Hepatitis B, Hepatitis C, HIV, Mazelen*, VZV*, Strongyloides*, Hepatitis A*
* Op indicatie: zie tekst voor toelichting
Een aantal immuunsuppressiva wordt, indien voorgeschreven als monotherapie in lage dosering, als niet-significant immuunsuppressief beschouwd. Voorbeelden zijn methotrexaat (dosering < 0,4 mg/kg per week), azathioprine (dosering < 3,0 mg/kg/dag), 6-mercaptopurine (dosering < 1,5 mg/kg/dag) en hydroxychloroquine (zie tabel 4.3, handleiding ‘vaccinatie bij chronisch inflammatoire aandoeningen van het LCI-RIVM). Bij voorschrijven van deze middelen kan overwogen worden om bovenstaande geadviseerde screening achterwege te laten.
Voor patiënten met een PID bestaat enkel een indicatie voor screening o.b.v. de anamnese m.u.v. VZV-screening bij patiënten met een ernstige cellulaire immuundeficiëntie.
Primaire hypo- of agammaglobulinemie
Bij patiënten met een primaire hypo- of agammaglobulinemie is serologische screening mogelijk minder betrouwbaar vanwege een lage hoeveelheid antistoffen. Bij deze patiënten is PCR diagnostiek (virus RNA/DNA) aangewezen.
Immuungloblinesuppletie:
Belangrijk is om te realiseren dat bij patiënten met een immuundeficiëntie die behandeld worden met immuunglobulinesuppletie therapie, bij serologische screening mogelijk antistoffen van de donor gemeten worden in plaats van antistoffen van de patiënt. Dit geldt ook voor personen die om andere redenen immuunglobulines ontvangen.
Stamceltransplantatie: voor screenings- en behandeladviezen wordt verwezen naar het protocol tuberculosescreening van de FMS (Federatie Medisch Specialisten).
Solide orgaantransplantatie: voor screenings- en behandeladviezen wordt verwezen naar het protocol tuberculosescreening van de FMS (Federatie Medisch Specialisten).
Hematologische maligniteit: voor screenings- en behandeladviezen wordt verwezen naar het protocol tuberculosescreening van de FMS (Federatie Medisch Specialisten).
HIV: voor personen met HIV wordt geadviseerd te screenen op LTBI als zij een verhoogd risico op een tbc-infectie hebben(19). Namelijk:
Chronisch inflammatoire aandoeningen: voor screenings- en behandeladviezen wordt verwezen naar het protocol tuberculosescreening van de FMS (Federatie Medisch Specialisten).
Screen alle patiënten die kandidaat zijn voor immuunsuppressieve medicatie op een (latente) hepatitis B infectie(20, 21).
Bepaling: HBsAg en anti-HBc (indien de respons op vaccinatie beoordeeld dient te worden: bepaal ook anti-HBs)
Interpretatie:
Bepaling: HCV IgG. Bepaal bij een hoge verdenking op een acute HCV infectie (besmetting < 3 maanden geleden): HCV RNA ipv anti-HCV IgG.
Interpretatie:
Bepaling: HIV 1/2 antistoffen.
Beschermd tegen mazelen zijn patiënten(22, 23):
Screen patiënten geboren tussen 1965 en 1975 die geen mazelen hebben doorgemaakt of waarvan dat niet bekend is, of patiënten geboren na 1975 die niet deelgenomen hebben aan het rijksvaccinatieprogramma.
Bepaal tevens mazelen serologie bij patiënten die niet in Nederland zijn opgegroeid en waarvan niet duidelijk is of zij gevaccineerd zijn tegen mazelen of mazelen doorgemaakt hebben(23).
Bepaling: mazelen IgG
Interpretatie resultaten:
Bepaal bij alle patiënten met een van onderstaande aandoeningen, ongeacht de anamnese naar doorgemaakte waterpokken, VZV-IgG voorafgaand aan de transplantatie of bij diagnose(14):
Bij alle overige immuuncompromitterende aandoeningen: bepaal VZV-IgG bij een negatieve of onzekere anamnese.
Bepaling: VZV IgG
Interpretatie resultaten:
Indien negatief: beoordeel of de patiënt in aanmerking komt voor vaccinatie tegen varicella. Zie het hoofdstuk ‘vaccinatie’.
Cytomegalovirus (CMV)
Bepaling: CMV IgG
Interpretatie resultaten:
Toelichting:
NB: voor monitoren geldt het advies te starten 4-6 weken na transplantatie met een voorgestelde frequentie van 1x/4-6 weken in het eerste half jaar. De frequentie wordt over het algemeen aangepast aan de frequentie van poli bezoeken.
Bepaling: EBV IgG
Interpretatie resultaten:
Bepaling: TPHA (Treponema pallidum haemagglutination assay)
Interpretatie resultaten: bij een positieve test is de patiënt ooit in aanmerking geweest met Spirocheten. Verricht een VDRL als confirmatietest en als maat voor de ziekteactiviteit.
Indien VDRL positief is: start behandeling i.o.m. de internist(-infectioloog).
Bepaling: toxoplasma IgG
Interpretatie resultaten: IgG positief: doorgemaakte toxoplasma infectie
Toelichting:
Bepaling: HSV IgG
Interpretatie resultaten: HSV IgG positief: dragerschap Herpes Simplex virus.
Toelichting:
NB: voor niertransplantatie is er geen indicatie voor screening op HSV
Screen op strongyloides indien de patiënt afkomstig is uit een endemisch land of een reisvoorgeschiedenis heeft naar een land waar strongyloides endemisch is én 1). de verblijfsduur langer dan 4 weken was en 2). er anamnestisch exposure is geweest (met blote voeten op besmette grond lopen). Bij een verminderde afweer bestaat namelijk een kans op het ontwikkelen van het ‘strongyloides hyperinfectie syndroom’. De kans hierop is niet afhankelijk van de dosis of de duur van immuunsuppressiva(25).
Figuur 2.1. Prevalentie strongyloides wereldwijd(26)
Bepaling: strongyloides IgG
Interpretatie resultaten:
Indicaties:
Screen op de ziekte van Chagas indien de patiënt ≥ 6 maanden gewoond heeft in Mexico, Centraal Amerika of Zuid-Amerika(40).
Bepaling: Trypanosoma cruzi IgG
Interpretatie resultaten:
Indicaties:
Screen op HTLV 1/2 indien de patiënt afkomstig is uit een endemisch land. Endemische gebieden zijn: Zuid-Japan, Caraïbisch gebied, Zuid-Amerika, Papua Nieuw Guinea, Melanesische eilanden, Midden Oosten en West, Centraal en Zuidelijk Afrika.
Bepaling: HTLV-1 / HTLV-2 IgG
Interpretatie resultaten:
Indicaties:
Bepaling: Hepatitis A IgG
Interpretatie resultaten: Indien er sprake is van een positieve titer is de patiënt beschermd. Zo niet, dan is er een indicatie voor vaccinatie.